ketting met trosjestechniek
Werkwijzer:
1. Maak 3 setjes van elk 20 kralen. Rijg elke kraal apart aan een kettelstift.
2. Knijp het restant van de kettelstift af, zodat je 1 cm over houdt. Hier buig je een oogje van met de rondbek tang.
3. Neem vervolgens 7 cm van het verzilverde draad. Buig een oog aan het uiteinde.
4. Rijg nu die 20 kralen, die elk op een kettelstift zetten, aan het verzilverde draad. Dit doe je door het verzilverde draad door het oog van de kettelstift, met kraal, te rijgen.
5. Knijp het resterende verzilverde draad af, zodat je 1,5 cm over houdt. Buig hier een oog aan met de rondbek tang. Doe dit bij alle 3 setjes, zodat je 3 trosjes krijgt.
6. Neem 6 stukken verzilverd draad van elk 6 cm. Buig aan het uiteinde een oog met de rondbek tang. Rijg hier de grote kralen aan. Knijp het restant van het verzilverde draad af, zodat je 1 cm over houdt. Buig ook hier een oog aan.
7. Doe dit ook bij de andere 5 stukjes verzilverd draad (hierna staafje genoemd). Zet nu een staafje, een trosje en nog een staafje aan elkaar vast door middel van open
ringen. Doe dit met twee krombek tangen. Herhaal dit nog 1 maal. Aan de kant van de 2 staafjes zet je het kapittelslot vast door middel van open ringen. Zet vervolgens een staafje, een trosje en een staafje op dezelfde manier, aan elkaar vast.
8. Aan het uiteinde van het staafje zet je een open ring, die je gelijk vast zet aan de cirkel van het kapittelslot. Tot slot maak je aan de bovenkant van de ketting een stuk jaseron, van 22 cm, vast aan beide uiteinde van de staafjes. Hiermee bepaal je de lengte van je ketting.
